Wanneer de vier dochters uit het gereformeerde gezin uit huis geplaatst dreigen te worden,
raakt vader Groot in paniek en besluit te vluchten. Hij betrekt hierin alleen oudste dochter
Simone (16) met wie hij een speciale band heeft. Ze is het met haar vader eens, omdat ze net
als hij, wil voorkomen dat het gezin uit elkaar valt.
Het zestal zwerft van camping naar camping en na een onbezorgde beginperiode,
verslechteren de omstandigheden. Op een poster bij een benzinestation zien de zusjes dat ze
gezocht worden. Ze begrijpen dat ze op de vlucht zijn en niet op vakantie. De sfeer wordt
grimmig. Vader Groot voelt zich in het nauw gedreven en gaat zijn gezin steeds meer
tiranniseren. Aan hun labiele moeder hebben de dochters niet veel. Simone heeft grote
moeite om te accepteren dat haar vader anders is dan ze altijd heeft gedacht.
Vader rijdt de grens over en brengt zijn gezin naar een plek diep in de bossen, vér van de
bewoonde wereld. Daar parkeert hij de auto. De tijd verstrijkt; de auto is huis, slaapkamer en
keuken. Hun etensvoorraad slinkt snel. De winter doet zijn intrede. De situatie wordt
onhoudbaar. Niet in het minst doordat vader zich verliest in (godsdienst)waanzin en begint te
orakelen over het einde der tijden. Hun beperkte bewegingsruimte wordt nog meer ingeperkt
en moeder verdwijnt op onverklaarbare wijze. Op dat moment beseft Simone, dat het leven
van haarzelf en haar zusjes op het spel staat. Ze moet een uitweg vinden. sluiten.